• top stories
  • read
  • newsarchive
  • by deepjournal
3 August 2008
|
Read in English
Dit artikel is deel van de serie Interview series Albert Spits.
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 |
Interview met financieel expert Albert Spits
'Kredietcrisis is gevolg van oorlogszucht en korte-termijnvisie'
Beluister of download deel 3 van het interview van Daan de Wit voor DeepJournal met Albert Spits. MP3, 7 Mb, 14 minuten, opgenomen op 23 mei 2008. Spits is adviseur voor pensioenfondsen en is een van de oprichters van de Frédéric Bastiat Stichting.
Het transcriptt is verzorgd door Michel Steyger en Trudie Beverloo.
Zie boven dit interview de tab Economy en zie daar meer interviews en artikelen (Nederlands- en Engelstalig) over de huidige crisis in de economie.

---

-Wat voorziet u voor de toekomst? Kunt u een toekomstscenario schetsen?
Wat ik zie, is dat je een inflatie en een deflatie tegelijk hebt. Ik zal het even uitleggen. Inflatie is monetaire inflatie, die blijft gewoon doorgroeien. Want zolang we nog vertrouwen houden in de valuta, de euro, de dollar, de pond, de yen en noem maar op, blijft de overheid doorgaan met geld drukken en de centrale banken dus ook. Maar tegelijkertijd heb je deflatie in de aandelenmarkt, deflatie in de huizenmarkt, deflatie in de goederen - niet zo zeer de grondstoffen, maar zeg de industriële productie.



-
Maar de inflatie in geld betekent dat er geldontwaarding is, en die deflatie in goederen en huizen, etc…

Ja, aan vermogen. Dus je hebt een inflatie in uitgaven en een deflatie in vermogen.

-Dus je vermogen vermindert, de huizenprijzen gaan dalen.

Ja, de huizenprijzen dalen, de aandelenprijzen dalen, de obligaties dalen. Tegelijkertijd krijg je een inflatie in je primaire levensbehoefte.

-Wat we nu al zien.

Wat we nu zien ja, dat is nu aan de gang. We hebben in de jaren '90 een situatie gehad van desinflatie, dat betekent dat de prijzen naar beneden gingen, van de industriële productie etc. Toen kwam langzamerhand in begin 2000 weer die prijsinflatie naar voren. Waar we nu in zitten is stagflatie: stagnatie versus inflatie. En waar we straks in komen is hyperinflatie. Dan krijg je dus een vorm van regeringen en overheden die naar rentewapens en naar de monetaire geldgroei grijpen. Dat zie je nu op dit moment al ontwikkelen, want die geldgroei is van ongeveer pakweg 7 tot 8 % in de afgelopen tien jaar gegroeid naar 10% nu.

-Bij hyperinflatie denk ik aan die foto's uit de jaren dertig, waarop je ziet, dat mensen met een karretje geld een brood gingen kopen, maar dat gaat nu natuurlijk niet gebeuren.

Nou ja dat hangt er vanaf.

-Wat stelt u zich voor bij hyperinflatie, i n deze tijd.

Wat je krijgt is, dat die 10% gewoon zal doorgaan. Dus je krijgt in feite hyperinflatie á la de jaren ‘70, die hebben we ook meegemaakt. In de jaren '70 stegen de prijzen ook enorm, ook 10%, de lonen trouwens ook. Maar je krijgt dus veel meer onrust, arbeidsonrust. Mensen willen dus hogere lonen om die prijzen te compenseren en bedrijven kunnen daar niet aan voldoen en daarvoor in de plaats gaan ze mensen ontslaan. Dus je krijgt eigenlijk werkeloosheid, grote werkeloosheid. Ik denk dat Nederland in de komende jaren moet rekenen op een werkeloosheid van meer dan een miljoen.

-Maar dan krijg je dus ook dat die mensen een uitkering moeten hebben...

Ja dat klopt. En dat wordt weer gefinancierd uit de monetaire geldinflatie

-Dus er wordt geld bijgedrukt?

Ja.

-Ook in Nederland?

Ja, ook in Nederland. Dit weten de meeste mensen misschien niet: We hebben een centrale bank in Frankfurt zitten, de ECB, maar elke bank in de eurozone kan zijn eigen geld drukken.

-Dus als de overheid meer geld nodig heeft voor uitkeringen, gaat ze dat halen bij de Nederlandse Bank?

Ja, de Nederlandse Bank is daarvoor verantwoordelijk, voor het drukken van geld.

-Maar geld bijdrukken, dat zouden ze toch altijd kunnen doen?

Ja, natuurlijk, dat doen ze ook. Wat je ziet is dat leiders, dan noem ik voornamelijk de politici, dat zijn vaak onwetende mensen, onwetend over de echte economie. Een aantal kunnen wel economen zijn, maar het zijn economen die zijn opgeleid in de Keynesiaanse richting, die hebben nooit een Oostenrijkse school gehad. Zij denken namelijk met John Maynard Keynes, die zijn boek in 1936 heeft geschreven; sinds de Tweede Wereldoorlog heeft men zich massaal op de Keynesiaanse economie gestort. Dat betekent aan de ene kant dat je - wat Keynes zegt - de economie kunt manipuleren, dat je dus de rente kan verhogen of verlagen en naar mate het nodig is je geld moet drukken, dat de overheid je van financiën moet kunnen voorzien, dat je schulden moet kunnen maken. Dat was zijn officiële standpunt: als het slecht gaat, dan maak je schulden...

-Als investering?

Als investering, ja, precies. ‘Het komt wel weer goed, want die investering betaalt zichzelf straks wel weer terug. Als het weer goed gaat, dan moet je het weer aflossen'. Het probleem was, dat de meeste regeringen dat deel nooit hebben opgevolgd. Ze hebben wel schulden gemaakt, maar ze hebben het nooit meer afgelost. Kijk, het was de bedoeling van Keynes dat als je schuld maakt, je dat in goede tijden weer moet aflossen. Niet zeggen: ‘We hebben schulden gemaakt, als het goed gaat dan maken we nog meer schuld'.

-Dus dat verantwoordelijkheidsgevoel hadden de politici niet?

Precies. Dat is in de loop der decennia eigenlijk compleet teniet gedaan.

-Maar is die Oostenrijkse school dan alles zaligmakend?

De Oostenrijkse School is een aanhanger van de goudstandaard . Die heeft meer dan een eeuw goed gefunctioneerd, is begin 19e eeuw ingevoerd, de facto: Het was niet een standaard die door de overheid werd opgelegd, maar was een de facto standaard, waar iedereen zich aan hield. Het enige waar de overheid zich aan hield, was aan het drukken van gouden en zilveren munten. Wij hadden bijvoorbeeld het gouden tientje, de zilveren gulden, de zilveren rijksdaalder. De Engelsen hadden de sovereign, de Fransen hadden de goudfranken: de Louis d'Ors, de Duitsers hadden de goudmark. Deze werden dan gedrukt en mensen beschouwden dit als betaalmiddel en als spaarmiddel. Een eeuw lang heeft dit zich kunnen manifesteren en het is heel goed gegaan, want er waren bitter weinig oorlogen en de wereldhandel nam zo explosief toe dat zelfs in 1909 de wereldhandel nog groter was dan in 1964. We hebben het dus wel over globalisering, maar in feite was die globalisering al aan de gang in de 19 e eeuw.

-Maar die geldschepping die daar dus helemaal vanaf stapt, die heeft juist dus heel veel waarde ver...

Vernietigd.

-Maar toch ook veroorzaakt?

Nee vernietigd , dat is een fictieve waarde.

-Maar met die zogenaamde fictieve waarde gaat iemand wel een huis bouwen dat er vervolgens dan echt staat?

Ja, dat klopt, dat is krediet. Dus krediet dat niet wordt gedekt door echte waarde.

-Er komt toch echte waarde, zo'n huis of gebouw... Amerika staat vol met prachtige...

Vol met prachtige huizen. Op dit moment staan er ook 14,5 miljoen leeg. Dat is in feite kapitaalvernietiging. Die mensen kunnen het niet betalen om daar in te wonen, omdat die waarde explosief gestegen is. Dat is een fictieve waarde, maar tegen die fictieve waarde wordt wel geleend. Als je bijvoorbeeld kijkt naar een waardestijging van 100% dan is dat 100% lucht wat er in zit, dan gaan mensen er wel 200.000 euro voor lenen, terwijl het huis in feite maar 100.000 euro waard is. Dus die 100.000 euro is een fictieve waarde. Dat kunnen die mensen niet betalen en dan trekken ze uit dat huis, maar die bank of die financiële instelling kan het ook niet meer kwijt voor die 200.000 euro aan iemand anders. Vandaar ook dat je nu die instorting ziet van de huizenmarkt en dat is niet alleen de afgelopen jaren gebeurd, maar over de afgelopen eeuw gebeurd. Het probleem is ontstaan in 1909 toen men de goudstandaard verliet. Er waren daarvoor twee landen verantwoordelijk: Frankrijk en Duitsland. Want die voelden al aan dat ze in staat van oorlog kwamen met elkaar en zowel Duitsland als Frankrijk hebben die goudstandaard verlaten door hun ambtenaren niet meer in gouden munten te betalen, maar in papier.

-Ja, waardoor je dus toch het idee hebt dat het wordt gedekt door de overheid: ‘Dus dat komt wel goed'.

Ja, ‘dat komt wel goed'. Dat papier kwam dus in omloop en dat goud werd gebruikt om als dekking te dienen voor de wapenindustrie, waardoor in eerste instantie een wapenwedloop tussen Frankrijk en Duitsland ontstond en later werd gevolgd door alle andere Westerse landen.

In 1914-1918 werd de goudstandaard massaal verlaten omdat landen oorlog gingen voeren. Na 1918 werd de goudstandaard niet meer heringevoerd, maar er kwam een de facto goudstandaard, en dat is iets anders. In het dagelijks leven werd er dus in landen zoals Duitsland, Frankrijk en Amerika niet meer in goud en zilver betaald, maar met papier omdat men de dekking dacht te hebben van de centrale bank. Toen is men in de jaren ‘20 enorm geld gaan scheppen. Ook in Amerika en ook in Engeland, ook in Nederland en in Duitsland, waardoor een enorme zeepbel in de economie ontstond in de jaren '20, toen de productie heel hoog stond qua auto's, radio's, vliegtuigen en treinmaatschappijen en noem maar op. Dat was dus een enorme hausse in de economie. Daar is in 1929 een einde aangekomen. Toen kwam de eerste klap, omdat de waarde van de aandelen en de huizen ook zo hoog was, zodat de waarde weer terug ging naar de eigenlijke waarde, omdat mensen dat ook niet meer konden betalen. De jaren ‘30 zijn daarvan het gevolg.

In 1933 heeft Roosevelt als eerste de de facto goudstandaard verlaten. Alle Amerikanen moesten dus hun goud inleveren en dat werd opgeslagen in Fort Knox. Ze kregen 20 dollar voor elke ounce goud, 31 gram. Toen iedereen alles had ingeleverd, werd het later dat jaar opgewaardeerd tot 35 dollar, dus die mensen werden al 15 dollar per ounce armer gemaakt door de overheid. Pas in 1975 mochten Amerikanen weer goud kopen, dat weten de meeste mensen ook niet. In 1971 werd vanwege de Vietnamoorlog heel veel geld gespendeerd aan die oorlog. Dat heeft miljarden gekost, dat heeft ook heel wat goud gekost uit Fort Knox en dat werd op de Londense Bullion Market verhandeld.

In 1966 begon De Gaulle om goud te vragen in plaats van dollars en toen moest Amerika ook rechtstreeks goud gaan verkopen. Dat heeft vijf jaar geduurd. Toen was Amerika eigenlijk al grotendeels zonder goud en toen heeft Nixon de internationale goudstandaard verlaten. Dat was ook gelijk het einde van het Bretton-Woods systeem, dat sinds1944 in zwang was.

-Nog even over die oorlogsindustrie. Die heeft uiteindelijk veel waarde kunnen wegkapen om in zijn eigen productie te voorzien.

Ja.

-Is ook op andere vlakken te zien dat waarde die in onze ogen verdwijnt op een andere plek weer opduikt? Of verdwijnt het ook echt?

Waarde verdwijnt nooit, fictieve waarde wel, maar echte waarde nooit. Wat we nu zien zijn zeepbellen en dat zijn opgeklopte waarden. Je hebt de zeepbel van de aandelenmarkt gehad, die is in 2000 geëxplodeerd. We hebben nu de zeepbel van de huizenmarkt, die nu aan het exploderen is. We zien nu ook een zeepbel in grondstoffen, waaronder olie, gas, uranium, basismetalen, wat dan ook. En nu ook met rijst, met sojabonen, dat is natuurlijk ook weer een enorme grote zeepbel aan het worden. Maar zeepbellen hebben de neiging om heel lang te duren; de aandelenzeepbel heeft ongeveer 20 jaar geduurd, 18 tot 20 jaar. Maar ook de huizenzeepbel. Dus de grondstoffenzeepbel gaat ook iets van 20 jaar duren. Die is ergens in 1997 of 1998 begonnen, dus we kunnen rustig stellen dat deze tot 2015, 2017 door zal blijven gaan en dan zakt het ook in. Die zeepbel gaat ook automatisch over naar de monetaire metalen, dat betekent dus goud en zilver. Maar vóór die tijd is het belangrijk om te weten in welk stadium een zeepbel zich bevindt.

-Maar ik vroeg me af of er bepaalde groepen zijn - we hadden het net even over de wapenindustrie die een voordeel heeft gehad bij het afschaffen van die goudstandaard – of er bepaalde industrieën zijn die steeds voordeel hebben bij dingen die in onze ogen instorten, maar waar anderen misschien heel blij mee zijn.
[Mijn vraag werd anders geïnterpreteerd door Spits dan ik had bedoeld. Ik was benieuwd naar zijn visie op de gedachte dat de huidige crises door sommige partijen positief wordt ervaren en waarom dat zo zou zijn].

Ik denk dat mensen die spaargeld hebben of goud en zilver hebben, gewoon kunnen wachten tot alles weer naar de werkelijke waarde is teruggegaan om dan pas te kopen. Ik adviseer ook iedereen om te stoppen met het kopen van een huis: koop geen huis en als je een huis koopt, dan moet je dat gewoon afdekken, mocht je het geld daar voor hebben. In feite moet je dus blijven huren. Het is eigenlijk nu goedkoper om te huren, dan om een gemiddeld huis te kopen. Kijk, veel mensen zien de renteaftrek, maar dat is slechts een deel van het verhaal, want er komen ook zaken zoals huurwaardeforfait, onroerend-zaakbelasting, rioolrecht, alles wat daar mee samenhangt. Al die onderhoudskosten moet je daarbijoptellen. Dan zie je dat huren eigenlijk niet eens zo duur is.

DeepJournal
Sign up for the free mailing list.