Willem Middelkoop is belegger en free lance economieverslaggever voor RTL Z. Hij geeft een gratis nieuwsbrief uit. Op basis van zijn expertise en zijn bronnen -waaronder nieuwsbrieven van insiders en gesprekken met bankiers en financieel analisten- is het voor Middelkoop niet de vraag of het huidige financiële systeem 'ploft', maar wanneer. In dit interview [MP3, deel 2/2 van het 2e gesprek] geeft Middelkoop antwoord op de vraag hoe je je op deze situatie het best kunt voorbereiden.
(Er zijn ook twee interviews met Middelkoop over actuele zaken).Door Daan de Wit
Daan de Wit: De meeste mensen wonen in een stad op deze wereld. Hoe zie je een stadscenario als het misgaat?
Willem Middelkoop: 'Als dingen misgaan, zit de massa natuurlijk altijd fout. Wie hadden het bijvoorbeeld goed in de Tweede-Wereldoorlog? Als je als boer in Oost-Groningen woonde, of in Midden-Beemster, dan had je niet zo'n probleem hoor. Maar woonde je in de Tilanusstraat of in de Tweede Helmersstraat, dan had je die wel. Neem New Orleans als voobeeld. Woonde je tien kilometer landinwaarts, dan was er na orkaan Katrina niks aan de hand. Maar zat je drie meter onder de zeespiegel in de verkeerde wijk van New Orleans, dan wist je dat je daar onder water kon komen te staan. Daar werd ieder jaar over geschreven, iedere keer als er een orkaan aankwam, werd weer hetzelfde scenario uit de kast gehaald: “New Orleans kan volledig onderstromen!' En er waren ook hele evacuatieplannen. New Orleans is dus een heel mooi voorbeeld van wat er met mensen gebeurt in een crisissituatie. Iedereen wist wat het worst case scenario was. Alle mensen met een auto of met geld zorgden wel dat ze weg waren. Alleen mensen zonder auto die afhankelijk waren van de overheid hadden het nakijken, want de overheid bleef in gebreke. Dat is ook altijd mijn motto: 'Zorg voor jezelf en reken niet op de overheid'. Nederland is natuurlijk typisch een land waar we alles van de overheid verwachten. Maar ja, de overheid kan dit soort problemen niet aan. Dit soort rampen is te groot voor de overheid -dat zag je dus duidelijk in New Orleans- daar is het systeem niet op ingericht.'
Daan de Wit: Hoe is het zo gekomen dat je over dit soort dingen bent gaan nadenken? Want het is nogal een denkstap.
Willem Middelkoop: 'Ik vind het sowieso prettig om out of the box te denken. Ik heb er nooit last van dat ik een idee moeilijk te accepteren vind; ik kan me heel veel voorstellen. Maar het begon eigenlijk in 1987. Ik was net afgestudeerd en was met een vriendin een week lang in Europa aan het reizen met de auto. Ik was naar zuid-Turkije gereden en we waren overgestoken naar een klein eilandje –Chios– in Griekenland. Toen, in oktober 1987, kwam er opeens in een winkel een verwilderde Amerikaan binnenrennen en die riep: 'Did you hear the news, did you hear the news?' Ik zei: 'No, what's up?' 'Wallstreet has crashed and it's worse than 1929!' En toen vertrok hij eigenlijk net zo snel weer. Ik vroeg me af wat er allemaal aan de hand was, ging terug naar het strandje. En dan heb je de tijd om eens na te denken. Wat betekent dat: 'Wallstreet crashed. Worse than 1929?' 'Wat gebeurt er dan?' Ja, dan raken mensen in paniek, mensen gaan naar de bank om hun geld op te halen. De banken kunnen dat vervolgens niet aan dus dan gaan de banken dicht. Toen dacht ik: 'Ja, wat is er in godsnaam toch eigenlijk aan de hand?'
Voor het eerst in mijn leven bedacht ik me dat we het heel goed hebben, maar ik vroeg me af of het er allemaal nog wel was als ik terugkwam van vakantie. Wat zou ik aantreffen? Ik werkte toen voor Reuters als fotograaf en bij Reuters zaten natuurlijk veel financieel journalisten. Dus toen ik terug kwam in het hotel heb ik meteen naar de redactie gebeld en gevraagd wat er in godsnaam aan de hand was. En toen zeiden ze dat het wel meeviel, dat de beurs voor dertig procent was ingestort, maar dat voor de rest alles doordraaide, dat ik me geen zorgen hoefde te maken: 'Blijf maar lekker op vakantie'. Maar daarmee had ik wel kennisgemaakt met de gedachte dat de bank zou kunnen sluiten, iets waar ik daarvoor nooit bij stil had gestaan. Dus toen ik terugkwam bedacht ik me dat ik daar toch wel eens wat meer over wilde lezen, daar wil ik wel eens wat over weten, over de risico's, wat er kan gebeuren... En toen kwam ik eigenlijk uit bij een boek van een professor uit India, maar die in Amerika doceert: Ravi Batra. Zijn boekThe Great Depression of 1990 was toen net in het Nederlands vertaald.
Omdat Ravi Batra uit India komt, combineert hij Oosterse wijsheid met Westerse economie. Hij heeft daar een paar toegankelijke boeken over geschreven. Hij kwam zelfs tot een aantal voorspellingen op basis van sociologische cycli. Een van zijn voorspellingen was dat tegen het einde van de twintigste eeuw het communistische systeem in elkaar zou storten; het was aan het einde gekomen van haar cyclus. Batra zei dat het communisme onder haar eigen gewicht in elkaar zou storten en dat in de eerste vijfentwintig jaar van de 21e eeuw het kapitalistische systeem hetzelfde lot te wachten stond. De grenzen van de groei zou dan zijn bereikt. Dat las ik toen eigenlijk voor het eerst en dat vond ik toch wel een hele boeiende en opvallende gedachte. En toen ben ik vooral boeken van Ravi Batra blijven lezen in de tien jaar daarna. Hij kwam elke drie jaar met een nieuw boek. Hij borduurde daar steeds op voort. Hij voorspelde ook dat het slecht zou aflopen met de beurzen eind jaren negentig. In die periode begon ik ook zelf te speculeren met onroerend goed.
Meer en meer begon ik me te verdiepen in het speculeren en ik begon heel veel geld te lenen bij de bank. Ik had op een gegeven moment een paar miljoen geleend bij de bank. Ik bedachte me: 'Dit gaat goed zolang de markt omhoog gaat, maar dan moet ik wel weten wanneer zo'n markt niet meer omhoog gaat, zo'n huizenmarkt'. Dus toen ben ik me heel erg gaan verdiepen in de cycli van de financiële markten: de marktcycli, economische cycli. En op een gegeven moment valt dan het kwartje, waarop ik tot de conclusie kwam dat de jaren waarin we nu zitten -dat alles alleen maar omhoog kan gaan, huizenprijzen, internetaandelen, beurzen- klassieke verschijnselen zijn van een hype. En het zijn zelfs klassieke verschijnselen van het einde van een hype. Als de excessen het grootst worden, dan is het einde van de beweging nabij. En toen ben ik dus ook gaan schrijven daarover, eerst gewoon om vrienden te informeren. Daarna, in 1999 –ik werkte toen bij Het Parool als chef van de fotoredactie– ben ik in Het Parool gaan schrijven. Over de parallellen tussen de gekte op Wall Street in de jaren twintig en de gekte in de jaren negentig. En ik liet in die artikelen zien dat de excessen toen in 1999 eigenlijk groter waren dan in 1929. Ik heb toen ook echt letterlijk in het verhaal geschreven dat het wachten is op grote daden op Wall Street. Ik werd altijd uitgelachen bij Het Parool; de adjunct-hoofdredacteur riep altijd: 'Willem waarschuwt nog één keer'. Maar zes maanden later begon de beurs te dalen, om zeventig procent lager uit te komen; precies wat ik had beschreven in die verhalen. Want beurzen dalen altijd fors na een hype. Na een klassieke bullmarkt eindigend in een hype, dalen beurzen altijd tussen de zeventig en negentig procent; dat is tientallen malen eerder gebeurd. Alleen omdat het steeds zestig, zeventig jaar duurt voordat het weer gebeurt, vergeten we het elke keer. Daarom gebeurt het ook pas weer na zestig, zeventig jaar, want dan is er weer een nieuwe generatie die dat niet heeft meegemaakt en zich die mogelijkheid niet kon indenken.'
Daan de Wit: Wat zijn nu je voorspellingen? Toentertijd zat je er aardig goed en dicht op...
Willem Middelkoop: 'Zelf heb ik al mijn onroerend goed verkocht in 2001, 2002.' Hij zag dat de tijd rijp was aan de dalende beurskoersen: 'Als beurzen gaan dalen heb je een paar jaar daarna altijd de top in de woningmarkt. Men zegt nu dat de huizenprijzen nog steeds stijgen.' Volgens Middelkoop is dit slechts schijn: 'De huizenmarkten worden op een kunstmatige manier aan de gang gehouden door de rente extreem te verlagen. Desondanks zie je toch nog maar minimale stijgingen van huizenprijzen. Op de Amsterdamse grachtengordel kost een pand nu nog steeds minder dan op de top in 2000. Dus wie in 2000, 2001 heeft verkocht, heeft op de top verkocht. Huizenprijzen zullen op termijn denk ik verder dalen.
Wat je nu ziet is dat er kunstmatig door centrale bankiers een enorme inflatie, een enorme geldontwaarding wordt gecreëerd; de geldpersen staan nu zó enorm te draaien... Door de geldontwaarding lijken de prijzen op peil te blijven; over tien jaar kun je misschien nog steeds 500.000 euro voor je huis krijgen, maar dan is die 500.000 euro wel veel minder waard geworden. Dus per saldo is er eigenlijk sprake van dalende prijzen. Onrust op de beurzen zal aanhouden. Want daar zie je het effect van het creëren van zoveel geld. Er stroomt zoveel geld naar de beurzen, dat die bijna niet meer lijken te kunnen crashen. Maar ooit zal er een golf komen van kapitaalvernietiging, dat hoort gewoon bij deze bust periode. En die kapitaalvernietiging kan komen door angst, een crash van de dollar of door een geopolitieke gebeurtenis. [Kort na dit interview begonnen beurzen wereldwijd sterk te dalen].
Wat de belangrijkste trend is en waar ik zelf ook het meeste van probeer te profiteren, is dat grondstoffen steeds meer waard zullen worden. Want door de grote hoeveelheid geld die wordt gecreëerd op dit moment, ontstaat er dus steeds meer geld. En met dat geld proberen we steeds meer dingen te maken boven de grond, dat kunnen gebouwen zijn of fabrieken of wat dan ook. Dus alles wat we maken, maken we van dingen die we onder de grond vinden: olie, gas, maar ook ertsen. En alles onder de grond wordt steeds zeldzamer, want dat maken we op. Er komen steeds meer mensen bij op deze aarde, dat is een demografische ontwikkeling; er komt steeds meer geld bij en al die mensen willen steeds meer reizen, bezitten en opeten. Maar dat moet allemaal worden gemaakt van dingen onder de grond. En dingen onder de grond zijn we aan het uitputten, dus per definitie worden dingen onder de grond steeds schaarser, en het wordt ook steeds moeilijker om dat eruit te halen. Daarom is het niet moeilijk om te voorspellen dat alles wat onder grond zit steeds waardevoller gaat worden, steeds duurder gaat worden. Ik beleg zelf ook alleen maar in dingen onder de grond. En daar horen goud en zilver ook bij. Ik heb een grote positie in een bedrijf dat een koper- en nikkelmijn gaat ontwikkelen. Ik beleg ook in olie en gas. Eigenlijk alles wat onder de grond zit wordt schaars.'
Daan de Wit: Welke elementen uit je eigen verhaal pas je zelf toe? Heb je bijvoorbeeld een huis in Brazilië of in de Algarve en heb je ergens plakken zilver verstopt?
Willem Middelkoop: 'Ik ben aanbeland in laatste fase van mijn scenarioplanning. Ik ben me nu heel erg aan het verdiepen in wat er kan gebeuren, beschrijven hoe de scenario's zich kunnen voltrekken. Wat moet je doen in het ene scenario, wat moet je doen in het andere? Inmiddels is alles wel redelijk spannend aan het worden, maar het is nog niet heel erg spannend. Ik heb het idee dat je de jaren tot 2010 moet gebruiken om de scenario's voor jezelf vorm te geven: 'Wat zou ik willen doen, waar zou ik eventueel naartoe willen als dat nodig is? Hoe ga ik dat doen?'
Zelf zit ik natuurlijk heel kort op de bal. Ik hoor alles als eerste. Toch kan het natuurlijk gebeuren dat ik op een ochtend wakker word en dat ook ik niet meer bij mijn geld kan. Maar ik denk dat ik een redelijke ingebouwde barometer heb en dat ik weet wanneer de spanning groter en groter wordt. Het is niet zo dat je morgen gillend naar de bank hoeft te rennen: ‘Ik moet mijn geld terug!' Maar voor mensen, nogmaals, die vermogend zijn is het heel verstandig om zo'n 25 procent van hun vermogen op te nemen. Juist omdat zilver en goud in waarde aan het stijgen zijn en in waarde gaan stijgen.' Als mensen me vragen hoeveel van hun vermogen in goud en zilver te stoppen, dan zeg ik: 'Minimaal 10 procent. Maar beter is 25 procent'. Als je ziet hoe snel de waardestijging is gegaan van goud en zilver, dan is er niets op tegen om 50 of 100 procent van je vermogen in goud en zilver te steken. Want je maakt net zoveel rendement als wanneer je gewoon in een beleggingsfonds zit, en je hebt wèl alles veiliggesteld.'
Daan de Wit: De meeste mensen die ik ken zijn niet vermogend. Wat kun je ons simpele zielen aanraden?
Willem Middelkoop: 'We zijn natuurlijk heel erg egocentrisch geworden en individualistisch, vooral in de stad. Als er iets duidelijk is, is het dat je in tijden van crisis heel erg terug kan en moet vallen op een soort community om je heen. Wat iedereen kan doen die geen geld heeft, is toch ervoor zorgen dat hij mensen om zich heen heeft voor wie hij goed zorgt, nu al, voor vrienden, familie, dat je een soort netwerk vormt... Er leven natuurlijk heel veel mensen in de grote stad die denken: 'Laat mij maar lekker met rust, laat mij maar lekker mijn ding doen, ik heb met niemand wat te maken. Ik heb mijn baantje of mijn uitkering wel, ik hoef van niemand wat….' Volgens mij zouden zij weleens van een koude kermis kunnen thuiskomen. Je hebt elkaar in feite altijd nodig. We hebben dat uitgeschakeld in onze cultuur omdat we de overheid hebben en de overheid is de community... Ik woonde vroeger in Zuid-Drenthe en daar had je de nabuurhulp. Dat betekende dat als je in het ziekenhuis terechtkwam bij toerbeurt een van de tien auto's uit het dorp je familie naar het ziekenhuis reed zodat zij je konden bezoeken; dat werd altijd gezamenlijk opgelost. Als er een boerderij moest worden herbouwd na een brand dan deed het hele dorp dat. In de stad hebben wij daar natuurlijk de overheid voor. Als wij een nieuwe koelkast nodig hebben en we hebben een bijstandniveau, dan krijgen we extra bijstand. We rekenen niet meer op de steun van familie of vrienden. Maar in een extreme situatie kun je natuurlijk niet meer op de overheid rekenen. De overheid heeft het dan veel te druk. Je mag blij zijn als er ergens een voedseluitdeelpunt komt...'.