• top stories
  • read
  • newsarchive
  • by deepjournal
28 November 2002
|
Nederlandse regering voorkwam luchtsteun Srebrenica

Tijdens de verhoren van de parlementaire enquête-Srebrenica die zich als een duistere soap voortslepen, gaat het voortdurend over de vraag waarom luchtsteun uitbleef. Vandaag worden de hoofdrolspelers in deze soap gehoord. Op die cruciale vraag waarom luchtsteun uitbleef hebben we in een vorige DeepJournal al mogelijke antwoorden gegeven die er niet om logen en hieronder staan zo mogelijk nòg opzienbarender antwoorden. En het enige wat we daarvoor deden, was ouwe kranten doorsnuffelen. Leest de Srebrenica-commissie geen oude kranten of is DeepJournal het spoor bijster?

'Het is me nooit helder geworden'
'Uitblijven luchtsteun blijft raadsel', kopt Trouw 16 november. 'Nederlandse topmilitairen die in 1995 bij de VN-leiding in Bosnië werkten, snappen nu nóg niet waarom Dutchbat bij de val van Srebrenica geen steun van gevechtsvliegtuigen mocht krijgen. Het raadsel van de uitgebleven luchtsteun werd daarmee gisteren ook niet opgelost door de militairen van de VN-hoofdkwartieren op de Balkan, die werden verhoord door de enquêtecommissie-Srebrenica. "Het is me nooit helder geworden. Ik heb er geen sluitende verklaring voor", zei de Nederlandse generaal Nicolaï, die destijds vanuit Sarajevo leiding gaf aan VN-troepen in Bosnië. Zijn collega kolonel De Jonge zat nog dichter bij het vuur. De Jonge was op het VN-hoofdkwartier in Zagreb naaste adviseur van de hoogste militair van de VN-troepen, de Franse generaal Janvier. De kolonel was bij de cruciale vergadering op 10 juli 1995 waarop Janvier uiteindelijk besloot geen luchtsteun beschikbaar te stellen voor Srebrenica, waar toen de Bosnisch-Servische troepen van generaal Mladic binnenvielen. Ook De Jonge begrijpt niet waarom Janvier nee zei. De Jonge had de Franse generaal het advies gegeven vliegtuigen in te zetten. Ook generaal Nicolaï op de VN-post in Sarajevo vond op dat moment: het is nu of nooit met de luchtaanvallen.'

Trouw vervolgt: 'Na een avond twijfelen op het hoofdkwartier in Zagreb, waarbij de Franse generaal telefoontjes voerde met nog altijd onbekende gesprekspartners, kwam er geen bevel om de Navo-vliegtuigen in te zetten. Later gooide een Nederlandse F16 slechts één bom. [...]
De vraag waarom Janvier weigerde, kan op twee manieren worden beantwoord, bleek gisteren tijdens de verhoren. Of de Franse generaal kreeg op hoog politiek niveau -de VN-leiding in New York of de Franse president- te horen dat hij niet mocht doorzetten. Of Janvier krabbelde zelf op de cruciale avond terug naar de eerdere beduchtheid van de VN om het zware luchtwapen in te zetten.'

Voorhoeve en Kok blazen luchtsteun af
Dezelfde krant, schrijft drie jaar en één dag eerder: 'Premier Kok en de ministers Voorhoeve van defensie en Van Mierlo van buitenlandse zaken zagen het Servische dreigement als uiterst serieus. Zij vreesden een bloedbad onder de vluchtelingen en de mogelijkheid dat tientallen Nederlandse soldaten zouden sneuvelen. Een persbericht over die ramp was zelfs al bij voorbaat gemaakt. Voorhoeve nam op zich het hoofdkwartier in Zagreb te bellen. Zou daarmee de luchtactie niet te stoppen zijn, dan moest premier Kok de hoogste Navo-militair bellen op een nabij gelegen vliegdekschip. Dat bleek niet nodig. Na de oproep van Voorhoeve werd de derde luchtactie afgeblazen.'

'Nadat de Servische legerleider Mladic had gedreigd de Moslim-bevolking onder vuur te nemen en gegijzelde Nederlandse VN'ers te executeren, belde Voorhoeve naar VN-gezant Akashi om de luchtaanvallen te annuleren. Dat deed hij na kort beraad met premier Kok en minister Van Mierlo van Buitenlandse Zaken', aldus Het Parool van 31 mei 2000.

Pamela Hemelrijk in het Algemeen Dagblad van 17 april: 'Nou, laat ik u dan vertellen dat die luchtsteun is gestaakt op uitdrukkelijk verzoek van Nederland. Het staat allemaal in het `echte' NIOD-rapport, vanaf pag. 2300: terwijl de Dutchbatters vergeefs op ondersteuning wachtten, zaten hun eigen ministers Kok, Voorhoeve en Van Mierlo vanuit de Haagse bunker koortsachtig stad en land af te bellen, om de NAVO te bewegen de close air support (die rond drie uur 's middags was begonnen) te staken. Bij de eerste aanvalsgolf waren nog bommen afgeworpen, bij de tweede al niet meer. Toen kwam in Den Haag het bericht binnen dat de gegijzelde Nederlandse militairen zouden worden gedood als er een derde aanvalsgolf zou komen. "Na enkele minuten overleg tussen de ministers was de conclusie dat de luchtsteun onmiddellijk moest worden gestopt. De bijeenkomst werd onderbroken om Voorhoeve in de gelegenheid te stellen de Unprofor-autoriteiten te bellen. In de woorden van voorlichter Bert Kreemers: 'Na enig overleg, Voorhoeve kalm, Kok stil, kwamen de bewindslieden een werkverdeling overeen: Voorhoeve zou VN-vertegenwoordiger Akashi bellen, Kok - indien nodig - NAVO-admiraal Leighton Smith. Het gezicht van Wim Kok was asgrauw'." (NIOD-rapport, pag. 2302).
[...]
Maar Voorhoeve was er nóg niet gerust op; hij was bang dat de VN niet snel genoeg de NAVO zou inlichten. Daarom belde hij ook nog persoonlijk met de NAVO in Brussel. Maar die liet weten de beslissing aan de VN te willen overlaten. Voor de zekerheid liet Voorhoeve toen de Nederlandse luchtmacht in Napels en Vicenza bellen, om de operatie langs díe weg af te blazen. Daartoe miste hij de bevoegdheid (want zo werkt de NAVO-bevelsstructuur niet), maar niettemin liet hij weten dat het tóch moest gebeuren. Het staat op pagina 2303, als het u interesseert.'

Generaal Janvier krijgt de schuld
Het Katholiek Nieuwsblad, schrijft bij monde van 'Dick Berts [...,] reserve-officier bij het Korps Mariniers en journalist': 'Waarom hadden onze laffe militairen niet gevochten om de moslims te beschermen? Nu blijkt dat Voorhoeve dat in een rechtstreeks telefoongesprek met Karremans verboden heeft. Voorhoeve en Kok grepen ook eigenhandig de telefoon, om luchtsteun aan Dutchbat tegen te houden. Toen generaal Janvier daarvan de schuld kreeg, vonden Kok en Voorhoeve dat prachtig. Sterker nog, Kok beklaagde zich erover dat Janvier niet aan het NIOD-onderzoek heeft willen meewerken. Maar de generaal had groot gelijk niet meer in een oprechte Nederlandse poging tot waarheidsvinding te geloven.'

Hemelrijk in haar artikel: 'Enfin, Akashi beloofde Voorhoeve dat de luchtsteun zou worden gestopt, als dat tenminste mogelijk was. Want de Franse generaal Janvier lag dwars, aldus Akashi. Die wilde namelijk doorgaan. (Geen wonder dat Janvier elke medewerking aan het NIOD-onderzoek heeft geweigerd; zeven jaar lang heeft Nederland de schuld voor het uitblijven van luchtsteun op hém gegooid, en nu doet het persbericht het waarachtig weer!).'

Voorhoeve ontkent
'De minister ontkent ook de beschuldiging van Rijs en Westerman [in hun boek Srebrenica, Het Zwartste Scenario] dat hij degene geweest is die de NAVO-luchtaanvallen op het Bosnisch-Servische leger heeft afgeblazen. De auteurs citeren uit twee geheime codeberichten aan het VN-hoofdkwartier in New York, waarin VN-gezant Akashi schrijft dat Voorhoeve voorstelde de luchtsteunmissie af te blazen. Akashi beweert dat hij zou zijn doorgegaan met de luchtsteun 'als de Nederlandse minister niet zou hebben geïnterveniëerd', aldus de Volkskrant van 21 januari 1997. De krant vervolgt: 'Volgens Voorhoeve was het hoofdkwartier van Unprofor in Sarajevo onafhankelijk van hem al tot de conclusie gekomen om de luchtaanvallen af te blazen. 'Het was de feitelijke situatie op de grond die de doorslag gaf'. Zijn verzoek aan Akashi deed hij in overleg met premier Kok en minister van Buitenblanse Zaken van Mierlo, die op dat moment aanwezig waren in het crisiscentrum op het ministerie van Defensie.'

'Voorhoeve ontkent dat zijn telefoontje beslissend was voor het staken van de luchtactie. "Later is mij door medewerkers gemeld dat tien minuten eerder de dienstdoende VN-commandant in Sarajevo al besloten had de acties af te blazen vanwege Mladic' dreigement." Daarmee doelde Voorhoeve waarschijnlijk op de Nederlandse generaal Nicolaï.
De oud-minister benadrukte dat luchtsteun in dat late stadium toch niet meer zou hebben geholpen: "In feite was de enclave al gevallen." Hij ontkende dat het belang van een heelhuidse aftocht van Dutchbat groter werd geacht dan het welzijn van de Moslims daar. "Maar we hielden wel rekening met de gevoelens van de ouders en verloofden van de Nederlanders die daar zaten"', zo staat te lezen in Het Parool van 31 mei 2000.

'Matennaaier'
Het drama Srebrenica speelde zich af medio 1995. Zeven jaren later, slechts een maand voor het aflopen van de regeringsperiode, valt het kabinet Kok-II. Het onvermijdelijke werd tot het allerlaatst uitgesteld omdat het pluche tè prettig aanvoelde om te verlaten toen het hoorde. En wat je dan van mensen kan verwachten die het spel niet spelen zoals het hoort, zijn uitlatingen zoals 'matennaaier': 'De dag voor de val zei Kok over de minister van Milieu: 'Pronk wil aftreden. Zal hem ontbieden als hij gezegd heeft dat zijn besluit vaststaat. Flikkert hem er nu uit. Matennaaier.' Dat blijkt uit de handgeschreven aantekeningen van een niet bij naam genoemde PvdA-minister. De aantekeningen spelen een rol in een reconstructie van Bert Nijpels en Jacco Versluis, voor het KRO-programma Reporter, dat vanavond wordt uitgezonden,' zo staat te lezen in Het Parool van 31 oktober.

-Nagekomen bericht van 4 juni 2005: NRC Handelsblad kopt op de voorpagina: Voorhoeve: ik had moeten aftreden. Hij werd daarvan in 1995 weerhouden door Kok. 'Voorhoeve kan dan ook niet billijken dat Kok zelf in 2002, na de publicatie van het NIOD-rapport over Srebrenica, wél aftrad - zonder Voorhoeve toen van deze stap op de hoogte te stellen. "Menselijkerwijs kan ik het begrijpen", aldus Voorhoeve over Koks aftreden. Maar er bestond naar zijn oordeel voor Kok geen andere grond om in 2002 tot een andere conclusie te komen dan in 1995. "Er was eigenlijk geen verandering in de situatie opgetreden. Dat er meer dan 7.000 mensen waren vermist en vermoord waren, stond eind 1995 al vast."'

DeepJournal
Sign up for the free mailing list.