De Bilderberggroep is geen club die streeft naar een wereldregering, zei dr. Gerard Aalders in februari in deze krant. Het boek van Daniel Estulin over de Bilderbergconferenties was „meer fictie dan feiten.” Maar wat is het dan wel?
Sinds een week ligt Aalders’ eigen boek in de winkel. Op veel soberder wijze -zonder intriges en moordaanslagen- beschrijft hij de herkomst van de jaarlijkse conferenties, genoemd naar hotel Bilderberg in Oosterbeek.
Na de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin. Vanuit zowel de Oude als de Nieuwe Wereld was er een belang om dit op te bouwen. En om dit te beschermen tegen de vijand uit het Oostblok. Zodoende creëerden politici en zakenlieden uit de NAVO-landen een platform om te kunnen spreken over internationale ontwikkelingen.
De Amerikaanse inlichtingendienst CIA stopte miljoenen dollars in het initiatief. En de Nederlandse prins Bernhard nam in 1954 in Oosterbeek de voorzittershamer in handen. Meestal worden voor de besloten bijeenkomst jaarlijks zo’n 120 mensen uitgenodigd uit het bedrijfsleven, de media en de politiek. Elk jaar zijn zo’n dertig nieuwe gezichten te zien.
In reactie op de vele samenzweringstheorieën rond Bilderberg gaat Aalders uiterst nuchter te werk. Hij beschrijft de agenda’s van de conferenties van 1954 tot 1980. Elke goede krantenlezer had die kunnen verzinnen. Vaste punten waren de Europees-Amerikaanse betrekkingen, de wereldeconomie en natuurlijk de strijd tegen het communisme. Conflictpunt tussen de Europeanen en de Amerikanen bleek in de jaren vijftig onder meer de dekolonisatie. Maar vergeet ook de spanning na de Suezcrisis niet en de Europese verbijstering over de heksenjacht op Amerikaanse communisten door Joseph McCarthy.
Vandaag functioneert Bilderberg niet meer als een anti-Sovjetplatform, maar nodigt het juist actief mensen uit het voormalige Oostblok uit. Nieuwe gespreksonderwerpen zijn: terrorisme, energieveiligheid en immigratie.
Steekpenningen
Hoewel Bilderbergers onder een zwijgplicht vallen, laten ze na hun dood of pensioen toch publiek toegankelijke stukken na. Veel materiaal vond Aalders in de Britse nationale archieven.
Het blijkt dat de interne correspondentie binnen de Britse regering vrij compleet is. Niet alleen valt na te lezen dat prins Bernhard de Engelse premier Macmillan telefonisch vroeg een „more senior” persoon uit zijn regering te sturen. Maar ook met welke achtergrondinformatie het ”Foreign Office” de man (vrouwen duiken pas de laatste jaren op bij Bilderberg) op pad stuurde. Hij moest vooral luisteren en rapporteren.
De steekpenningen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed aan de Nederlandse prins-gemaal brachten de Bilderbergbijeenkomsten aan de rand van de afgrond. Vooral de Amerikanen wilden hem niet meer als voorzitter. In 1976 ging de conferentie zelfs niet door. Uiteindelijk werd er een nieuwe voorzitter gevonden en bleef het aantal opzeggingen van de vaste bezoekers beperkt.
Archiefmateriaal heeft het voordeel dat het uit primaire bronnen bestaat. Maar ze zijn wel onvolledig. Tot 1968 is het beeld van de conferenties in het boek vrij compleet. Dan valt er een gat tot 1980. En daarna is pas het -via internet uitgelekte- verslag van de bijeenkomst in 1999 het eerste. Aalders veronderstelt dat tussenliggende conferenties waarschijnlijk niet wezenlijk anders zijn verlopen dan die waarvan hij wel materiaal heeft. Maar bevredigend is het toch niet.
Dominee
De ruim honderd pagina’s bijlagen bij het boek bevatten ook zeer interessant materiaal. Uit de complete bezoekerslijst blijkt bijvoorbeeld dat premier Balkenende zijn eerste uitnodiging nog moet krijgen. En als minister Van Middelkoop net als zijn vele voorgangers op Defensie de eer krijgt zich bij de wereldtop te voegen, is hij de eerste uit de kring van de kleine christelijke partijen.
De bezoekerslijst toont ook klip en klaar hoe beperkt het wereldje van Bilderberg is. Alleen politiek en economie tellen mee. Bij vakbonden houdt het op. Onder de categorie ”wetenschap” valt soms een enkele filosoof. Maar een dominee of monseigneur zoekt men tevergeefs. Voor discussies over immateriële vraagstukken moet men dus niet bij Bilderberg zijn.
Aalders gaat summier in op de vraag waarom er zo veel angstbeelden rond Bilderberg bestaan. Hij schrijft dat toe aan de beslotenheid. Die roept automatisch wantrouwen op.
De club kan echter niet in het openbaar werken, meent de NIOD-onderzoeker. Als wetenschappers, politici en zelfs journalisten niet meer in de volledige beslotenheid van gedachten kunnen wisselen, dient Bilderberg niet meer de netwerkfunctie.
Tijdens de conferenties worden onderwerpen van alle kanten besproken. Van bijeenkomsten komt een uitgebreid verslag, maar zonder Bolkestein of Beatrix bij naam te noemen. Politici die een internationaal verdrag voorbereiden, hebben zodoende al een stuk voorkennis over alle standpunten en nationale belangen. En het bedrijfsleven kan alvast een lobby voorbereiden, meent Aalders.
Toch is het de vraag of het Bilderbergdebat werkelijk uniek is. De agenda bevat onderwerpen die al in de actualiteit zijn. Zal een geheime bespreking over terrorisme werkelijk veel toevoegen dat nog niet in de media aan de orde is geweest? Tenzij de incidentele Israëlische bezoeker natuurlijk staatsgeheimen deelt, maar gezien de mogelijke aanwezigheid van „een enkele Palestijn” ligt dit niet voor de hand.
Dat betekent dat de meerwaarde van de bijeenkomsten wellicht echt beperkt is tot de netwerkfunctie. Nou ja, een beter netwerk kun je je natuurlijk nauwelijks wensen.
Naïef
Aalders vraagt zich af of deze anonimiteit goed besteed is aan de „absolute wereldtop.” Te denken dat Bilderberg geen invloed heeft, is een „naïeve gedachte” die „iets potsierlijks” heeft, aldus de onderzoeker. Het is „onvermijdelijk dat er enigerlei vorm van beïnvloeding plaatsvindt.”
Het staat buiten kijf dat er in een netwerk als Bilderberg sprake is van kruisbestuiving. Maar is dit nu zo’n groot probleem? Alle mensen op hoge posten ondergaan invloed van hun omgeving; hun familie, kerk en buurt- en sportvereniging. Als bijvoorbeeld een regering in samenspraak met het parlement besluit toch maar geen kruisraketten aan te schaffen, is dit een volkomen transparante en democratische beslissing. Ook al kreeg de minister aanvankelijk de suggestie van zijn vrouw of van een kennis.
Aalders’ boek is boeiend in zijn nuchterheid. Het is het eerste boek over Bilderberg dat zich na archiefonderzoek beperkt tot de feiten. Een welkome aanvulling na de vele opwindende geschriften over het genootschap.
Titel: ”De Bilderbergconferenties. Organisatie en werkwijze van een geheim transatlantisch netwerk”
Auteur: Gerard Aalders
Uitgeverij: Van Praag; Amsterdam; 2007
ISBN 13 978 90 490 2401 7
Pagina’s: 248
Prijs: € 22,50.