Door Elmer Hogervorst
Het is niet bepaald het meest opbeurende onderwerp: oorlog. Toch dienen we er in de komende jaren serieus rekening mee te houden.
Velen hebben vaak een mening over de gevolgen van een oorlog of van een oorlogsdreiging op de effectenbeurzen. Zo wordt wel geroepen dat de beurs bij oorlogsdreiging omlaag gaat en bij aanvang van de oorlog omhoog gaat. Het uitgangspunt bij deze voorbeelden is dat een externe factor, hetzij de dreiging hetzij de oorlog zelf, van invloed is op de financiële markten.
Het leerstuk van Socionomics draait het precies om: nieuws en gebeurtenissen (oorlog/oorlogsdreiging), dus externe factoren, zijn trendmatig niet van invloed op de beurzen, hooguit bestaat er een zeer tijdelijk sentimentseffect. Socionomics stelt dat beurzen in patronen bewegen en dat nieuws en gebeurtenissen geen extern causaal verband vormen maar een endogene factor. Dat laatste wil zeggen dat nieuws en gebeurtenissen niet zozeer beurzen beïnvloeden, maar dat nieuws en gebeurtenissen eerder een resultante zijn van die beurs. Stijgen de beurzen, dan wordt het nieuws positiever. Dalen de beurzen dan gebeurt het omgekeerde.
In lezingen laat ik vaak zien dat het neerschieten van Kennedy en 11 september trendmatig geen invloed hebben gehad op de beurzen. In het eerste geval zette de beurs de uptrend gewoon door. Na een dipje op de dag zelf sloot de Dow Jones op 23 november 1963 alweer hoger dan op het moment waarop het nieuws naar buiten kwam, te weten de dag ervoor op 22 november. In de situatie van 11 september bevond Wall Street zich al in een sterke neergaande trend, hooguit heeft het nieuws die trend iets versterkt, echter niet veroorzaakt.
Socionomics gaat ervan uit dat de beurzen de meest perfecte graadmeter zijn van onze ‘social mood’, ofwel de gemoedstoestand van de kudde. Bij flinke stijgingen, zoals tussen 1995 en 2000, zijn we positief, avontuurlijk en vol van vertrouwen. Bij flinke dalingen, zoals tussen 2000 en 2003, zijn we negatief, polariserend en angstig. Schematisch ziet de positieve en de negatieve mood (=beurs) er als volgt uit:
Tussen 1995 en 2000 was ‘the sky the limit’, werkten links en rechts in een paars kabinet samen, vonden er volop fusies en overnames plaats en was er vertrouwen, harmonie en eendracht. Tussen 2000 en 2003 verslechterde onze gemoedstoestand dusdanig dat angst, tweedracht en oppositie overheerste, een kabinet al na 87 dagen viel, Pim Fortuyn werd neergeschoten en….er diverse oorlogen uitbraken. Denk aan de Amerikaanse inval in Afghanistan en in Irak. Is dit uniek? Nee, ook aan de Vietnamoorlog, de eerste Golfoorlog en de Tweede Wereldoorlog gingen forse beursdalingen vooraf. Zo ook wanneer we nog verder in de tijd gaan:
Sinds de top in juli 2007 (AEX 564) c.q. oktober 2007 (Dow Jones 14.198) hebben de beurzen flinke klappen gehad. Van 6/9 maart 2009 tot 26 april 2010 hebben we een fors herstel gezien. De AEX (358) en de Dow Jones (11.258) blijven echter nog altijd een flink stuk van de top van 2007 verwijderd. Kijkend naar de patronen is de kans op een flinke daling dit najaar m.i. groot. Een verslechterd sentiment als gevolg van een nieuwe forse daling zal de kansen op een oorlog doen toenemen.
Deze gedachte kwam bovendrijven toen ik afgelopen maandag het artikel las van Nobelprijswinnaar Paul Krugman in een opiniestuk in de New York Times. Naar zijn mening is de huidige economische en politieke situatie in de Verenigde Staten zeer vergelijkbaar met de toestand in de wereld in 1938. Vanuit economisch oogpunt was de Tweede Wereldoorlog volgens Krugman het enige wat FDR (President Franklin Delano Roosevelt) destijds kon redden. Steun voor nieuwe stimuleringsmaatregelen was er destijds bij het Amerikaanse volk namelijk niet. Krugman stelt dat hij uiteraard niet wil dat de VS aan wie dan ook de oorlog verklaart, maar wel dat Amerika iets ‘groots’ moet doen, wil het de economie nog redden.
Je kunt je overigens afvragen of oorlog een economie kan redden. M.i. is het een onzinnig argument. Het betekent vooral dat een bepaalde sector (de wapenindustrie) een enorme boost krijgt, die bovendien betaald wordt door middel van het bijdrukken van nog meer geld. De dollar zal de status van toiletpapier verkrijgen, als het dat al niet zo’n beetje heeft. De gedachte dat op die manier een economie kan herstellen gaat er bij mij niet erg in.
Niettemin zijn zijn opmerkingen interessant aangezien vorige week ook cyclisch analist Eric Hadik aangaf dat in de periode 2010-2013 zijn 17-jaars cycle, zijn 13-jaars Palestine cycle en zijn 11-jaars East war cycle samenkomen. Rond 13 september 2010 ligt idealiter het startpunt van een 3-jarig proces van nieuwe vijandige ontwikkelingen in het Midden-Oosten.
Ook andere analisten voorzien oorlogen. Zo vertelde Charles Nenner onlangs op Bloomberg Television dat zijn war and peace cycles in 2012-2013 een ‘major military conflict’ voorzien. Voorts gaf Doug Casey recentelijk goed beargumenteerd aan dat hij verwacht dat de eerstvolgende oorlog in Iran plaats vindt. Iemand die een heel boek, getiteld ‘De volgende oorlog‘ over dit onderwerp geschreven heeft is Daan de Wit. In zijn boek laat Daan de Wit aan de hand van talrijke voorbeelden zien dat er in de afgelopen jaren veel voorvallen zijn geweest die naar zijn mening de Amerikaanse geest langzaam rijp moeten maken voor een inval in of oorlog met de nieuwe vijand: Iran.
Dat een nieuwe oorlog met Amerika in de hoofdrol past in de historische context, laat Eric Mecking zien in zijn boek ‘Deflatie in aantocht’. Vroegere wereldmachten (Spanje, Nederland, Engeland) waarvan de economische macht reeds tanende was, vergaloppeerden zich uiteindelijk door opnieuw een geldverslindende strijd aan te gaan. Hetgeen uiteindelijk resulteerde in een (technisch) faillissement van de betreffende wereldmacht. Voor Amerika zou de volgende oorlog financieel wel eens de nekslag kunnen worden, waarna de hoofdrol van Amerika als supermacht is uitgespeeld en een nieuwe (Aziatische) wereldmacht de leiding kan nemen. Laten we de schermutselingen in de wereld en in het Midden-Oosten in het bijzonder met meer dan gemiddelde aandacht gaan volgen en bezien of Socionomics en de andere analisten het ook dit keer bij het rechte eind hebben.