Bekijk de
video - Reporter: Joint Strike Fighter - Zondag 7 september, 22.15 uur, Nederland 2.
-
See, buy, fly. Defensie maakt zich op voor de duurste wapenaankoop (5,6 miljard euro) uit de Nederlandse geschiedenis, de Joint Strike Fighter.
Reporter reconstrueert hoe de Koninklijke Luchtmacht haar zinnen zette op dit nieuwe Amerikaanse gevechtsvliegtuig en een strategisch verbond sloot met het bedrijfsleven om de gedroomde deal met vliegtuigbouwer Lockheed Martin door de Tweede Kamer te loodsen. Wat is er tot nu toe terechtgekomen van de beloofde tegenorders uit de Verenigde Staten? En hoe betrouwbaar is een nieuw toestel, waarmee nog geen vijftig testvluchten zijn uitgevoerd? Reporter gaat op zoek naar antwoorden in Den Haag, Washington en bij Lockheed in Fort Worth, Texas.
Reporter hecht er aan te benadrukken dat, waar in de documentaire over de JSF sprake is van ‘de luchtmacht’, niet alle leden van het krijgsmachtonderdeel bedoeld worden maar de top.
Kamer misleid over JSF orders
De Nederlandse deelname aan het JSF-project van Lockheed Martin levert minder orders op dan door de regering aan de Tweede Kamer is voorgespiegeld. Dat meldt het KRO-programma Reporter zondag op basis van interne documenten van het ministerie van Economische Zaken. Uit de stukken blijkt dat het parlement bewust is misleid.
Begin 2002 meldden de ministers Jorritsma (Economische Zaken), De Grave (Defensie) en Zalm (Financiën) aan de Tweede Kamer dat de Nederlandse luchtvaartindustrie alleen al in de ontwikkelingsfase (SDD-fase) van de JSF kon rekenen op Amerikaanse orders ter waarde van 800 miljoen dollar. Dat bedrag komt overeen met de instappremie die Nederland betaalde aan de Verenigde Staten om te mogen deelnemen aan het JSF-project.
Maar al in 2002 was binnen het ministerie van Economische Zaken bekend dat de omvang van de tegenorders voor de Nederlandse luchtvaartindustrie extreem werd overdreven.
“Nederland wist vanaf het begin dat 800 miljoen dollar aan puur SDD-werk onhaalbaar is. Er wordt gerekend met ongeveer 350 miljoen,” schrijven ambtenaren van Economische Zaken op 30 oktober 2003 in een nota aan hun staatssecretaris Van Gennip. Dat is dus minder dan de helft van wat de Kamer een jaar eerder in het vooruitzicht werd gesteld. In dezelfde nota wordt de beloofde 800 miljoen dollar “niet realistisch” genoemd.
In de aanloop naar de besluitvorming in de Tweede Kamer over de Nederlandse deelname aan de ontwikkeling van een nieuw Amerikaans gevechtsvliegtuig, de beoogde opvolger van de F16, heeft de Nederlandse regering altijd sterk de nadruk gelegd op het “innovatieve” karakter van SDD-orders. De vroegtijdige betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de ontwikkeling van de JSF was van groot belang voor de nationale “kenniseconomie”.
Bovendien zouden bedrijven die aan de wieg van het nieuwe toestel staan de beste kansen hebben op vervolgorders bij de bouw van de JSF. De potentiële waarde van die productieorders werd in 2002 door de regering geschat op 8 miljard dollar.
Uit andere vertrouwelijke documenten die de redactie van Reporter met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur boven tafel kreeg, wordt duidelijk dat er vanuit Den Haag zware druk is uitgeoefend op Lockheed Martin om meer ontwikkelingsopdrachten aan Nederlandse bedrijven te gunnen. “Hoewel ook wij weten dat we waarschijnlijk geen 800 miljoen dollar aan puur ontwikkelingswerk meer zullen binnenhalen,” schrijven ambtenaren van Economische Zaken.
De staatssecretarissen Van Gennip (Economische Zaken) en Van der Knaap (Defensie) spraken in 2003 en 2004 verschillende keren met vertegenwoordigers van Lockheed Martin en de Amerikaanse regering om hun “onaanvaardbaar” uit te spreken over de “teleurstellende” omvang van de SDD-opdrachten voor de luchtvaartindustrie. “Op dit punt was geen toenadering,” noteren de ambtenaren van Van Gennip in april 2004.
Op dit moment staat de teller voor het Nederlandse bedrijfsleven, zes jaar nadat Den Haag besloot om in het JSF-project te stappen, volgens het ministerie van Economische Zaken op 698 miljoen dollar. Ruim de helft van dat bedrag heeft betrekking op productiewerk. Aan SDD-orders is tot nu toe slechts 332 miljoen dollar binnengehaald.
Hoewel Economische Zaken het JSF-project naar buiten toe nog steeds als een groot succes presenteert, weten de betrokken ambtenaren op het departement dat het aantal SDD-orders niet of nauwelijks meer zal groeien. Al in de zomer van 2004 “hintte Lockheed Martin op de mogelijkheid dat we verder niet al te veel moeten verwachten voor wat betreft echt SDD-werk. Het airframe is immers zo goed als af.”